Wezensvrijheid

Van een boom is alleen de kruin te zien, waar op een tak een geel-blauw vogeltje zit te fluiten. 
Achteruitlopend zie ik de boom in zijn volle glorie: hij is helemaal volgroeid. De boom staat alleen in een groene wei. De zon schijnt en aan de hemel is geen wolkje te zien.
Op afstand is duidelijk te zien dat er prikkeldraad gespannen is om de wei, dat totaal niet past bij de sfeer. Vanaf het prikkeldraad lopen rondom de boom een aantal paden, die achter de horizon verdwijnen.

Zoals u ziet begonnen wij met dat vogeltje op de tak, en een vogeltje staat bij ons symbool voor vrijheid.
De vrijheid die een mens steeds probeert te vinden in zijn leven, en dan is het vreemd dat wij deze vogel op een tak hebben gezet in de kruin van een boom.
Wanneer wij naar een boom kijken staat deze symbool voor het stoffelijk bewustzijn van de mens en kunnen wij de boom onderverdelen in de wortels, de stam en de kruin.
De stam staat voor het gedrag, het karakter en de mogelijkheden van de mens.
De kruin staat voor het denken, de denkkap met al zijn inhouden.
De wortels staan voor het contact met de bron waar de mens uit voortgekomen is.
Maar de vrijheid vinden we, zoals we hebben laten zien, in de kruin van de boom, dus in de denkkap.
Doch de denkkap is nooit vrij van invloeden uit de jeugd, uit godsdiensten enzovoort, en wij kunnen bij voorbaat al zeggen: 'Daar is geen vrijheid te vinden'.
Toch hebben veel mensen het gevoel dat ze vrij zijn en de vrijheid van keuze hebben, de vrijheid van: wat wil ik eten, wat doe ik vandaag, wat trek ik aan. Maar wij zien dat er aardig wat indoctrinaties aanwezig zijn en de mens de vrijheid helemaal niet herkent in zichzelf.
De vrijheid in de denkkap is er niet, die wordt alleen maar gevoed door allerlei inhouden van de denkkap en de mens die zichzelf vrij noemt, is nog onbewust.
Wanneer de mens zich ervan bewust is wat er in de denkkap zit, dan merkt hij dat hij zich helemaal niet vrij voelt en er veel dingen zijn waar hij aan moet voldoen. En ook al is het niet voor hemzelf, dan is het wel voor de omgeving; de familie, de kinderen en de partner. Er zijn situaties waarin de mens zich in een bepaalde houding plooit om het iedereen naar de zin te maken en hoopt dat hij het goed doet in het leven. 

Vrijheid bestaat niet in het denken, vrijheid is alleen maar in uw wezen te vinden.
Het wezen heeft al vele malen hier op deze aardbol rondgelopen, heeft al veel ervaringen opgedaan in allerlei aspecten van het menszijn; alleen het wezen kan een keus maken in vrijheid.
Maar dan nog is het afhankelijk van de inhoud die hetzelf kan bevatten, want een wezen dat volbewust is, heeft alles meegemaakt en kan daarin rustig een eigen keus maken en daarin de vrijheid voelen.
Maar een wezen onderweg draagt nog een aantal ladingen bij zich waar het zich niet bewust van is, maar die wel de vrijheidskeuze, die het denkt te maken, beïnvloeden en kleuren. Hierin moeten we voorzichtig zijn, als we het over vrijheid hebben.
Toch heeft ieder mens de mond vol over vrijheid. Kijk maar eens hoe een mens kijkt naar zijn eigen maatschappij, naar zijn eigen cultuur. 'We zijn vrij in ons doen en laten', zegt men dan. Maar als we alleen al naar deze maatschappij kijken, dan kunnen we niet anders zeggen dan: 'Ook deze maatschappij staat bol van de regeltjes'.
Uw wezen, dat via vele existenties in allerlei maatschappijen heeft gebivakkeerd, daar ervaringen heeft opgedaan, heeft al aardig wat verorberd aan regels. U kunt zich hierbij mogelijk voorstellen dat deze nog steeds gelinkt zijn aan uw wezen.
Het lijkt een beetje een ratjetoe, een chaos, toch denkt de mens dat hij daarboven staat en zegt: 'Ik ben vrij', maar daar kunnen we alleen maar om glimlachen.
Men kan niet van vrijheid spreken, we hebben niet voor niets het prikkeldraad om de wei gespannen.
Een mens die denkt vrij te zijn, is toch aardig beperkt in zijn mogelijkheden en dit prikkeldraad zegt: 'Ik mag geen vrijheid beleven naar eigen goeddunken'.
Want zo gauw hij in contact treedt met andere mensen, is daar het prikkeldraad en merkt een mens, in de prikkels die hij van buitenaf ontvangt, dat zijn vrijheid beknot wordt en is er van vrijheid geen sprake.
Hierin geven we in het kort weer hoe ieder mens toch in een bepaald harnas zit waarin hij denkt vrij te zijn, maar dat niet overeenkomt met onze kijk naar deze wereld.
Wij hopen dat deze les ertoe bijdraagt dat u kunt zeggen: 'Ik ben me nu pas bewust van mijn onvrijheid'.
Niet om u gevangen te zetten, maar als een mens zich bewust is van zijn onvrijheid, dan pas kan een mens vrij zijn en kan hij op dat moment voorbij deze onvrijheden gaan.
Het is niet dat het één automatisch het andere inhoudt, maar bewustwording is wel een eerste vereiste, is de eerste voorwaarde om vrijheid te gaan proeven in het leven.
We hopen echt dat ieder die vrijheid in dit leven nog gaat beleven, want wij kennen het principe: de vrijheid van de mens is het hoogste goed; en die vrijheid is leuk zoals wij die hanteren, maar daarin zien we wel dat de mens dit principe niet in het juiste kader kan plaatsen en werkelijk snapt hoe wij onze vrijheid bedoelen, omdat niemand weet wat die vrijheid werkelijk inhoudt. 

Ga bijvoorbeeld eens kijken naar deze dag.
Hoe u vanochtend opstond en tot het moment van nu, waarin u al een aantal stappen heeft gezet, keuzen heeft gemaakt die te maken hadden met een onvrijheid en waarvan u dacht: hé, dat voelt lekker vrij.
Wanneer u de afgelopen uren onder de loep neemt, dan zien wij dat het al begint met dat 's morgens de wekker afgaat. Het feit dat u 's avonds al bezig bent om te zorgen dat u op een bepaalde tijd uit bed komt, is een onvrijheid, want u wist gisteravond nog niet hoe u zich vanmorgen zou voelen.
Gisteravond hebt u al bepaald: morgen moet ik op die tijd eruit. Zo kunt u als u uw bed uit komt zeggen: 'Ik ga eerst even lekker ontbijten', en als we kijken naar het ontbijt zien we dat een mens steeds teruggrijpt naar wat hij gewend is. Bijvoorbeeld: het eten van twee sneetjes brood en mocht hij op dat moment denken: ik zou eigenlijk nog best wel een boterham willen, dan zegt de denkkap: 'Nee, je houdt je aan twee boterhammen, dat ben je gewend en je weet dat je daar goed op gedijt'. Dit is een onvrijheid.
Dat gebeurt ook bij het douchen, tandenpoetsen en ga zo maar door. 

Een mens kan op een gegeven moment de kamer binnenkomen en het eerste wat hij doet, is naar de radio of computer lopen en die aanzetten, want hij vindt het toch wel vervelend om een tijd in stilte te verkeren.
De radio gaat aan en de mens zegt: 'Ik kies in vrijheid voor deze muziek'.
Wij vinden dat geen vrijheid, het zijn gewoon stappen waar hij zich veilig bij voelt.
De mens is zich daar niet bewust van, hij denkt: heerlijk het is zondag, ik kan het lekker rustig aan doen, ik hoef niet naar mijn werk, lekker tv kijken of de radio aan; maar het feit dat de mens dit klakkeloos doet, maakt al dat het een onvrijheid inhoudt.

Nu bent u waarschijnlijk wel erg benieuwd hoe onze vrijheid eruitziet.
Daarom moesten we eerst dit ter sprake brengen, zodat u weet wat uw vrijheid is.
Wij willen nu graag onze vrijheid ernaast zetten. Niet om u kleiner te maken, niet om u in een hoek te zetten, maar wij zien vrijheid als iets waar een mens zich bewust van moet zijn.
Want als een mens zich bewust is van al zijn onvrijheden, dan pas kan hij in vrijheid een keus maken, rekening houdend met de mogelijkheden die hij op dat moment heeft.
Hierin geven we tegelijkertijd weer dat onze vrijheid geen losbandigheid betekent; want veel mensen hebben het gevoel dat vrijheid is: losbandigheid, er is geen verbod, geen God, geen regels waaraan ik hoef te voldoen en dat is mijn vrijheid.
Als u weet dat de Wereld van de Wijsheid vele wetten in zich draagt en uw wezen vele mogelijkheden heeft, dan merkt u al dat vrijheid niets met losbandigheid te maken heeft, maar dat u rekening houdt met de mogelijkheden van uw wezen.
Dit zijn allemaal beperkingen die een mens heeft en toch zeggen wij dat als een mens zich daar allemaal bewust van is,  hij in vrijheid een keus kan maken en deze vrijheid overstijgt datgene wat hem bindt in de stof.
Die vrijheid kan alleen maar bestaan op het moment dat u weet wat de consequenties zijn, wat de inhoud is, wat de wetmatigheden zijn waaraan u gebonden bent.
Al deze kleuringen, al deze aspecten van uw dagelijks leven, dus ook uw karakter en het genetisch materiaal, kunnen leiden tot echte vrijheid en dan hebben wij het over dezelfde vrijheid.
Want als de mens, in overeenstemming met zijn wezen, datgene doet wat zijn wezen hem aanreikt, dan is er een doorlopende stroom naar en vanuit zijn wezen naar de Wereld van de Wijsheid toe.
Er bestaan dan geen beperkingen meer, alleen de beperkingen die het wezen nog in zich draagt, de beperkingen die het genetisch materiaal en het karakter in zich dragen.
De mens ervaart deze vrijheid in de stroom en tegelijkertijd beseft hij: in deze stroom heb ik helemaal geen behoefte meer aan vrijheid.
Dat is natuurlijk vreemd, want een mens is op zoek naar vrijheid, denkt ook die vrijheid nodig te hebben, terwijl een mens die echt helemaal bewust is, niet meer taalt naar vrijheid, omdat hij weet dat alles IS en hij vindt dat oké.


***